Jan Altink
Als we kijken naar de prijzen van Altink’s schilderijen zien we dat de meeste schilderijen van Altink na 1990 verkocht werden in de prijs-klasse tot € 10.000, waarvan de meerderheid zich bevindt in de prijsklasse tussen de € 2.000 en € 5.000. Belangrijk om op te merken is dat alle verkopen van boven de € 10.000 plaatsvonden tussen 1999 en 2010, met 26 schilderijen verkocht voor meer dan € 10.000. Dit komt grotendeels overeen met de periode waarin de negatieve publiciteit rondom het werk van Altink in een luwte zat. De negatieve uitkomst van de Altink II Affaire krijgt in de periode na 2010 dan ook direct zijn weerslag in het grote prijsverschil tussen de periode ervoor en erna. Voor 2010 vond de hoogste veilingprijs voor een Altink ooit plaats op 30 mei 2006 toen er bij Christie’s Vroeg Voorjaarslandschap met slootje (1924) verkocht werd voor een bedrag van € 45.000. Na 2010 is de hoogste prijs vastgelegd op 17 juni 2013, toen bij Arts & Antiquities Group (AAR) Zomer Landschap verkocht werd voor
€ 4.500. Niet alleen is dus in de hoogste prijs een verval te zien van maar liefst 90%, significanter is dat er na 2010 geen schilderij meer is verkocht voor meer dan € 4.500. De effecten van de Altink II Affaire zijn dus direct waarneembaar in de prijzen na 2010. Alle negatieve publiciteit gecombineerd met de vermoedelijke ontmaskering van Van L. – alsmede de publiciteit van alle vervalsingen – heeft de markt voor Altinks verwoest.
Johan Dijkstra
Dijkstra’s werk kent minder duidelijke periodes van voor- en tegenspoed. Opvallend is dat het aantal Dijkstra’s dat voor meer dan € 10.000 is verkocht significant meer zijn dan werken van Altink in deze prijsklasse. In totaal zijn er 52 schilderijen welke verkopen verspreid zijn tussen 1990 en 2017 die meer dan € 10.000 hebben opgeleverd. De twee grootse verkopen van Dijkstra zijn eigenlijk twee keer de verkoop van hetzelfde werk. Een Gronings Landschap werd zowel in 1998 als 2014 verkocht bij Christies voor respectievelijk € 62.895 en € 79.500. Het lijkt erop dat de markt voor Dijkstra’s niet net zo hard is geraakt als de markt voor Altink’s. De meest logische verklaring is dat het oeuvre van Altink alle negatieve publiciteit heeft ontvangen, terwijl de vervalsingen van Dijkstra’s relatief onder de radar zijn gebleven. Hoewel het topsegment van Dijkstra’s werken relatief gezond lijkt, is er toch een harder neerwaartse trend te zien in de werken verkocht voor minder dan € 10.000. In deze prijsklasse valt de prijs vrijwel direct naar bedragen tussen de € 2.000 en € 5.000, zoals we ook zagen bij Altink. Hoewel het vertrouwen in het werk van Dijkstra groter lijkt dan in het werk van Altink, is er toch een groot segment van kunstwerken die als twijfelachtig of van slechte kwaliteit wordt bestempeld. Het is aanneembaar dat in dit lage segment de vervalste werken van zijn oeuvre te vinden zijn.
Hendrik Werkman
Zoals ook te zien is voor 1990 is de prijs voor het werk van Werkman relatief stabiel. 27 van zijn werken zijn verkocht voor meer dan €10.000, de rest van zijn werk is nog steeds ruwweg hetzelfde waard als vóór 1990 met een kleine groei zichtbaar. Het grootste verschil zijn de grote verkopen. Op 10 december 1996 werd een nieuw record voor een Werkman gevestigd toen The Farm Pollux at Zuurdijk verkocht werd voor € 55.000. Dit record werd echter snel voorbij gestreefd toen in 2003 zijn serie Chassidische Legendes verkocht werd voor € 91.500. Werkman’s werk lijkt niet veel onder de vervalsingszaak te hebben geleden. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat hij al gedurende de Tweede Wereldoorlog stierf en zijn oeuvre redelijk goed is vastgelegd.
Jan Wiegers
De prijs voor de werken van Jan Wiegers is het meest gepolariseerd van de vier kunstenaars. Het topsegment van zijn werk is geveild voor significant hogere bedragen dan de Dijkstra’s en Altink’s. De hoogste prijs voor één Wiegers is € 216.750 voor zijn schilderij Music Hall (1921) verkocht bij Sotheby’s op 25 juni 2008. Naast deze verkoop zijn er 5 andere schilderijen die voor meer dan € 60.000 zijn verkocht. Dit maakt het topsegment van Wiegers het meest waardevol. Zoals we ook zagen bij Dijkstra is er niet een hele duidelijke periode te linken aan de prijsverandering van Wiegers’ werken. Er waren 33 verkopen van meer dan
€ 10.000. Maar ook bij Wiegers zakt het werk hierna snel in prijs naar de prijsklasse tussen de € 2.000 en € 5.000. Zoals we ook bij Dijkstra zagen is er een top segment dat geaccepteerd wordt als authentiek en van hoge kwaliteit, echter valt het hierna snel in het rijk van verdachte schilderijen.
Conclusie
Als we kijken naar de veilingprijzen van werken van na 1990, zien we dat de meeste verkopen van werken in de prijsklasse liggen tussen de € 2.000 en € 5.000. De discrepantie tussen de werken van lage kwaliteit en de werken van hoge kwaliteit – alsmede authenticiteit – is vooral goed te zien bij Dijkstra en Wiegers, waar het topsegment hoge prijzen vangt, zeker in vergelijking met het lage segment. Het meest interessante is dat bij Altink sterk de impact terug is te zien van de twee Altink Affaires. Met name de Altink II Affaire heeft veel schade aangericht. Dit verband laat wederom zien hoeveel schade een vervalsingsschandaal aan kan richten aan de monetaire waarde van een oeuvre.
The website’s controller has carefully compiled the contents of this website in accordance with their current state of knowledge. Access to and use of this website, as well as web sites related or connected to this by links, are at the user’s own risk and responsibility. Damage and warranty claims arising from missing or incorrect data are excluded. The website’s controller bears no responsibility or liability for damage of any kind, also for indirect or consequential damages resulting from access to or use of this website or websites related or connected to this by links. The website can contain links (cross references) to websites that are run by third parties. The website’s controller takes no responsibility for the content of these other websites.