Eerste Ronde
De procedure werd ingesteld op 30 januari 2003. De eigenlijke zaak zou echter niet beginnen vóór 2005, het moment waarop Johan Meijering het echtpaar Van L. dagvaardde voor de Rechtbank Assen. Aan het begin van de procedure werd er nog geprobeerd om tot een minnelijke schikking te komen, maar Meijering en Cor van L. waren hiertoe niet bereid. Gedurende de loop van het proces werd als snel duidelijk dat de centrale vraag in deze zaak de authenticiteit betrof van de tien schilderijen, die deel uitmaakten van de procedure. Aanvankelijk bood de rechtbank de partijen de mogelijkheid om gemeenschappelijk een getuige-deskundige aan te wijzen om de authenticiteit vast te stellen. Meijering en Van L. waren klaarblijkelijk niet in staat om het eens te worden over een getuige-deskundige. Ten gevolge hiervan besloot de rechtbank om C. Buijsert – werkzaam bij het Utrechts Venduehuis – als onafhankelijk getuige-deskundige aan te wijzen. Buijsert werd geïnstrueerd een rapport te schrijven over de authenticiteit van de werken, waarbij hij rekening diende te houden met het bewijs dat door de partijen naar voren was gebracht. Buijserts initiële rapport concludeerde dat alle schilderijen vals waren en dat hun artistieke waarde € 0 was, de decoratieve waarde schatte hij op € 800. Van L. protesteerde tegen de summiere inhoud van het rapport en stelde dat niet alle vragen van de rechtbank erin werden beantwoord. De rechtbank ging hier in mee en instrueerde Buijsert om verder uit te wijden in een vervolgrapport.
Gedurende de volgende zitting presenteerde Buijsert zijn vervolgrapport en wederom klaagde Van L. over de motivatie, met name over het feit dat het vervolgrapport inconsistent was met het originele rapport. De rechtbank volgde Van L.’s argumentatie waardoor zij de tien schilderijen niet als vervalsing verklaarde en de eis van Meijering verwierp. Opvallend is dat de rechtbank stelde dat de door de rechtbank aangestelde getuige-deskundige zijn werk niet goed had gedaan, terwijl de partij-deskundigen van Meijering gemotiveerde rapporten hadden ingediend, waarin eenzelfde mening uiteen werd gezet. Het besluit om de eis af te wijzen is vooral opmerkelijk, omdat een logischere beslissing zou zijn geweest om een nieuwe expert voor een second-opinion aan te wijzen. Dit was dan ook het tussenvonnis waar Meijering tegen in beroep is gegaan.
Voor meer details, zie de Hoger Beroep Pagina.
Tweede Ronde
Nadat het hoger beroep was toegewezen waarin twee schilderijen als vals werden bestempeld door het Gerechtshof Leeuwarden, werd de zaak terugverwezen naar de Rechtbank Assen. Het Gerechtshof instrueerde de Rechtbank Assen om de zaak voort te zetten met als uitgangspunt dat er twee werken vals waren. Door de terugwijzing werd de procedure hervat met een minnelijke schikkings-zitting (de comparitie van partijen). Tijdens deze zitting verklaarde Corrie van L. dat Pic de Luc en Het Reitdiep afkomstig waren van het echtpaar J. Dit is de eerste keer dat het echtpaar Van L. een traceerbare herkomst gaf voor de schilderijen. De verklaring van Corrie van L. zou leiden tot de poging tot heropening van de Zwaneveld zaak. In het vervolg van de procedure zou de rechtbank meermaals in Meijerings voordeel oordelen en hem schadevergoeding toekennen. In eerste instantie werd er een schadevergoeding toegekend van € 40.000. De overige schade dient nog te worden berekend in een separate schadestaat procedure. De al toegekende schadevergoeding is door Van L. geappelleerd en staat op de rol.
Conclusie
Deze zaak is steeds ingewikkelder geworden ten gevolge van het grote aantal tussenvonnissen die tussentijds zijn geappelleerd, naast nog eens de separate schadestaat procedure. Hierdoor is de zaak in een erg laag tempo behandeld en een eindvonnis steeds uitgesteld, omdat er moet worden gewacht op de uitkomst van een nieuwe sub-procedure. Als gevolg hiervan is de procedure bij de Rechtbank Assen na 14 jaar nog altijd lopend. Als we kijken naar de inhoud van de tussenvonnissen is het meest opmerkelijke nog altijd de beslissing van de rechtbank om de werken ‘authentiek’ te verklaren, naar aanleiding van het incompetente rapport van de getuige-deskundige, terwijl deze door de rechtbank zelf was aangewezen. De redenatie hierachter is op zijn minst lichtelijk verwarrend, omdat het aanwijzen van een nieuwe onafhankelijke getuige-deskundige logischer was geweest. Deze bijzondere beslissing heeft ook niet bijgedragen aan de vlotte afwikkeling van de zaak.

Bijbehorende Documenten
- Dagvaarding (2005)
- Tussenvonnis (31-08-2005)
- Comparitie van Partijen (2-11-2005)
- Tussenvonnis (25-01-2006)
- Tussenvonnis (10-05-2006)
- Tussenvonnis (01-08-2007)
- Geappelleerd Tussenvonnis (30-01-2008)
- Toekenning Appel (5-3-2008)
- Tussenvonnis (5-12-2012)
- Comparitie van Partijen (20-03-2013)
- Post Interlocutoire Akte (11-12-2013)
- Eerste Toewijzing Schadevergoeding (23-08-2014)
- Tweede Toewijzing Schadevergoeding en verwijzing naar Schadestaat (9-11-2014)
- Tussenvonnis (13-10-2016)
- Vonnis Kort Geding (25-11-2016)
The website’s controller has carefully compiled the contents of this website in accordance with their current state of knowledge. Access to and use of this website, as well as web sites related or connected to this by links, are at the user’s own risk and responsibility. Damage and warranty claims arising from missing or incorrect data are excluded. The website’s controller bears no responsibility or liability for damage of any kind, also for indirect or consequential damages resulting from access to or use of this website or websites related or connected to this by links. The website can contain links (cross references) to websites that are run by third parties. The website’s controller takes no responsibility for the content of these other websites.