Jan Altink
De waarde van de schilderijen van Altink is het hardst geraakt door de vervalsingen en schandalen. Zoals is te zien in de grafiek, is de val van de prijs van het werk van Altink significant na het verwerpen van de strafrechtelijke aanklacht tegen Van L. De grote hoeveelheid negatieve publiciteit rondom zijn oeuvre in 1995, gecombineerd met het feit dat de waarschijnlijke dader vrijuit is gegaan, is terug te zien in de financiële waarde van het werk. In de daarop volgende periode is een langzaam herstel waarneembaar, waarin het vertrouwen in de verkochte werken langzaamaan terugkeert. Dit vertrouwen verdwijnt echter weer na de uitspraak van de Rechtbank Assen. De uitspraak van het Gerechtshof Groningen kan worden gezien als de laatste doodsteek voor het oeuvre van Altink. De grote hoeveelheid negativiteit rondom zijn oeuvre na de uitspraak van de rechtbank blijkt onoverkomelijk te zijn geweest. De markt voor Altink’s is sinds de val in 2008 nooit meer hersteld.
Johan Dijkstra
De duidelijkste connectie tussen de vervalsingszaak en de waarde van het werk van Dijkstra is te zien in 1995 na het verwerpen van de Altink I zaak. In slechts 2 jaars tijd ging de gemiddelde prijs van meer dan € 22.000 naar slecht € 3.423. In de periode 1998-2000 lijken de prijzen langzaam te herstellen, om daarna tot een absoluut dieptepunt te komen van € 2.000. Pas in 2003 lijkt de prijs weer langzaam te herstellen, om vervolgens weer te vallen na de uitspraak van de Rechtbank Assen. Na de uitspraak van het Hof lijken de prijzen zich langzaam te stabiliseren met één opwaartse uitschieter door een grote verkoop. Hoewel het effect van de vervalsingen terug te zien is in het oeuvre van Dijkstra zijn de gevolgen niet zo desastreus als bij Altink.
Johan Werkman
Het is moeilijk om conclusies te trekken gebaseerd op de gemiddelde prijs van het werk van Werkman, aangezien deze sterke fluctuaties kent. Dit is voornamelijk het resultaat van het feit dat zijn werk grafisch is waarvan meerder kopieën beschikbaar zijn. Zijn schilderijen en bepaalde grafische werken worden voor hoge prijzen verkocht, wat resulteert in de achtbaan grafiek die te zien is. In de jaren waar deze dure werken worden geveild stijgt de gemiddelde prijs significant, om weer significant te dalen in de jaren dat deze verkopen niet plaatsvinden. Als resultaat kan er moeilijk conclusies worden getrokken over de invloed van de vervalsingen op de prijs van het werk van Werkman.
Jan Wiegers
De invloed van de vervalsingen op het werk van Wiegers vóór 2000 is moeilijk vast te stellen, aangezien de algehele prijs relatief laag is. Het is opvallend dat in de jaren ’90 de prijzen voor de werken van Wiegers zo laag zijn, nu de gemiddelde prijs na 2000 significant stijgt. Na 2000 is een rustige groei waarneembaar, op 2010 en 2011 na waar een harde val te zien is. De grote piek in 2008 is voornamelijk het gevolg van een verkoop van meer dan € 200.000 en de daling tussen 2008 tot 2009 dient dan ook in dit licht te worden gezien. Verder is het opmerkelijk dat de gevolgen van de uitspraak van het Hof geen directe impact hebben, zoals we dat zagen bij Altink, echter kan er vanaf 2014 wel een gestage afname worden geconstateerd. De afname in het vertrouwen in werken van De Ploeg kan vanaf 2014 ook geconstateerd worden in de prijs van de werken van Wiegers.
De Ploeg
In de grafiek waarin alle kunstenaars zijn samengevoegd, zijn de gegevens van Werkman niet opgenomen ten gevolg van de eerder genoemde inconsistentie. Als we kijken naar de gecombineerde grafiek zien we een correlatie ontstaan tussen de negatieve publiciteit en gebeurtenissen enerzijds met een val in de gemiddelde prijs van De Ploeg werken anderzijds. Na het verwerpen van de Altink I zaak is een val te zien in de prijs, net als deze te zien is na de uitspraak van de Rechtbank Assen. Elke keer als de markt voor De Ploeg zich lijkt te herstellen, klapt deze weer door een negatieve gebeurtenis. Na de uitspraak van het Hof lijkt deze werking niet van toepassing, maar de hoogte van de gemiddelde prijs komt voornamelijk door een paar grote verkopen van Dijkstra’s. Zelfs met deze verkopen is een verlate neerwaartse beweging te zien. Het meest interessante is echter het feit dat we na 2010 nog altijd grote verkopen zien van de werken van Wiegers en Dijkstra; ter vergelijking met Altink zien we dat in geen enkel jaar na 2010 de gemiddelde waarde van Altink’s boven de € 5000 uitkomt. De tweede Altink Affaire heeft de gehele markt voor Altinks verwoest. Hieruit kan worden geconcludeerd dat vervalsingen niet alleen schade aanrichten bij hen die een vervalsing kopen, maar ook bij de eigenaren van echte kunstwerken, aangezien de marktwaarde daarvan verdampt.
Als een objectief referentiepunt in relatie tot de globale conjunctuur zijn de de veilingresultaten van de veilinghuizen in de periode 2005-2015 opgenomen. De afname in de gemiddelde marktwaarde van De Ploeg werken is contrair met de stijgende en stabiele trend die in de wereldwijde conjunctuur zijn te zien.[1]
[1] https://news.artnet.com/market/tefaf-2016-art-market-report-443615
The website’s controller has carefully compiled the contents of this website in accordance with their current state of knowledge. Access to and use of this website, as well as web sites related or connected to this by links, are at the user’s own risk and responsibility. Damage and warranty claims arising from missing or incorrect data are excluded. The website’s controller bears no responsibility or liability for damage of any kind, also for indirect or consequential damages resulting from access to or use of this website or websites related or connected to this by links. The website can contain links (cross references) to websites that are run by third parties. The website’s controller takes no responsibility for the content of these other websites.