De Ploeg Vervalser

Hoewel met zekerheid kan worden vastgesteld dat er meerdere vervalsers hebben gewerkt aan de vervalsingen van De Ploeg, is er slechts één die waarschijnlijk is geïdentificeerd, Cor van L. Over Van L. wordt gezegd dat hij zich specialiseert in het vervalsen van Jan Altink en dat hij Altink waarschijnlijk de laatste 3 decennia heeft vervalst. Van L. is een kunstenaar van gemiddelde kwaliteit die ook zijn eigen kunst verkoopt en tentoonstelt, zijn voornaamste inkomstenbron is echter de vermoedelijke verkoop van vervalsingen, waarschijnlijk gemaakt door hemzelf (Zie Geschatte Opbrengsten).

Om een vervalser te begrijpen, moet je weten wat voor persoon hij is. De meeste informatie op deze pagina is afkomstig uit een interview door Hendrik Jan Korterink met Van L. zelf. We zijn de heer Korterink uitermate dankbaar voor zijn toestemming om deze informatie te mogen gebruiken. Uit deze biografie zal blijken wanneer Van L. waarschijnlijk begon met zijn vervalsingspraktijken. Dit om een beter beeld te creëren van de man achter de Altink Affaires.

Biografie

De vermoedelijke vervalser in deze zaak – Van L. – werd geboren op 15 september 1942 in Magelang op Java, Indonesië. Van L. zou samen met zijn zusje en moeder terugkeren naar Nederland in 1946. Gedurende zijn jeugd zou hij werken met veel van de grootste Nederlandse kunstenaars van die tijd zoals, Harrie Kuyten en Charley Toorop.

Hoewel Van L. eigenlijk naar de Kunstacademie in Amsterdam wilde, werd hem dit verboden door zijn ouders. In plaats hiervan zou hij zijn opleiding gaan volgen bij de kwekersschool. Naast zijn opleiding zou hij ook koster worden voor een kerk in Huisduin. Niet lang nadat hij aan zijn studie begon, ontmoette hij zijn latere vrouw Corrie van L. Zij zou vermoedelijk de handlanger worden van Van L. in zijn vermoedelijke vervalsingspraktijken.

Voordat Van L. begon als leraar in 1969 vervulde hij twee jaar dienstplicht. Gedurende zijn tijd in het leger zou hij blijven schilderen en hiervoor enkele prijzen ontvangen. In 1970 begon Van L. zijn kunstopleiding bij de Academie Minerva, net als de Ploegleden.

1971 is een cruciaal jaar voor het begrijpen van de vermoedelijke vervalsingspraktijken van Van L. In dit jaar zou Van L. – volgens hemzelf – twee Altinks hebben gekocht, die later tijdens de Altink II Affaire vals zouden blijken en vermoedelijk door Van L. zelf geschilderd. Bij een kunstmarktje in Bergen zouden hij en zijn zusje een kunsthandelaar genaamd Henk van den Berg hebben ontmoet.  Van L.’s zus kocht twee Altink’s van Van den Berg, waarvan Van L. in 1989 er één zou erven. Apart van deze twee Altinks, sloot Van L. een separate deal met Van den Berg voor de aankoop van 6 schilderijen, drie werken van Altink werken, twee van Johan Dijkstra en één van Jan Wiegers. In 1974 kocht het echtpaar Van L. de boerderij in Holthe waar ze nog altijd wonen. Om te betalen voor de renovatie van deze boerderij verkocht Van L. de zes schilderijen die hij stelt van Van den Berg te hebben gekocht. Het probleem met dit verhaal is dat deze kunsthandelaar niet valt te traceren. Hij is niet te identificeren, er zijn geen bronnen die hem noemen en niemand in de Nederlandse kunsthandel kent deze man. Een waarschijnlijkere verklaring is dat Van den Berg verzonnen is door Van L. met als doel een provenance te creëren voor zijn vervalsingen. Deze logica volgend kan dus de eerste verkoop van vervalsing geplaatst worden zo vroeg als 1974.

De volgende keer dat Van L. Van den Berg aanvoert als provenance is in mei 1990. Volgens Van L. had hij in de periode ervoor alle contact verloren met Van den Berg, maar zou hij Van den Berg tijdens de kijkdagen voor de Moderne Kunst Veiling bij Sotheby’s weer hebben ontmoet. Van den Berg zou Van L. hebben verteld dat hij zijn collectie wilde uitdunnen en bood Van L. verscheidene werken van Altink aan, zijnde zes schilderijen voor een prijs van ƒ 4.500 per stuk, zes gouaches voor ƒ 1.000 per stuk en één paneel op de achterkant van een dienblad voor ƒ 5.500. Om deze koop te realiseren zou Van L. een lening hebben afgesloten bij de Rabobank in Beilen voor ƒ 13.500. Hiernaast had hij ƒ 8.000 contant en de rest van de som zou worden voldaan in familie juwelen. Opvallend aan deze deal is dat voor een transactie van een aanmerkelijke som geld – namelijk ƒ 38.500 – er geen contract, of andere traceerbare registratie is te vinden. Wederom lijkt de waarschijnlijkere verklaring dat de werken gemaakt zijn door Van L. en verzon hij de transactie om weer een provenance te creëren. Deze verklaring is met name zeer waarschijnlijk, nu meerdere werken zogenaamd afkomstig van Van den Berg bewezen vals zijn en vermoedelijk zijn geschilderd door Van L.

Na deze mysterieuze deal met Van den Berg zou Van L. in contact zijn gekomen met meneer Jansen, een vriend van Van den Berg. Jansen had gehoord dat Van L. antiek bezat en wilde een gelijke ruilhandel doen als tussen Van L. en Van den Berg. Jansen zou vijf kleine schilderijen, dertien gouaches en vijf aquarellen ruilen voor antiek en juwelen ter waarde van ƒ 27.500, waarvan het meest waardevolle stuk een bloedkoralen sieraad was met een waarde van ƒ 5.000. Net als bij Van den Berg is er geen documentatie van deze ruil. Er is geen contract, er is zelfs geen taxatierapport van het waardevolle bloedkoraal. Voorts is ook Jansen onvindbaar. Wat dit verhaal uitermate dubieus maakt, is dat deze ontmoeting plaatsvond in een café in de buurt van Amsterdam Centraal, waar de twee partijen schijnbaar goederen hebben geruild ter waarde van ƒ55.000. Simpele logica dicteert dat het waarschijnlijker is dat Van L. wederom een provenance trachtte te creëren voor zijn vervalsingen.

De reden dat hij een nieuw achtergrondverhaal nodig had, was dat hij meerdere werken te koop aan ging bieden, zogenaamd om de renovatie van de boerderij te bekostigen. Twee van de werken werden te koop aangeboden in het NRC Handelsblad als twee landschappen in tempera door Jan Altink. Als men goed kijkt, ziet men een patroon ontstaan, elke keer als Van L. een werk verkoopt, is hij zijn huis aan het renoveren en de werken die hij verkoopt heeft hij verkregen van een ontraceerbare bron.

Dit was het tijdstip waarop de alarmbellen gingen rinkelen over de grote hoeveelheid valse Altink’s op de markt. Dit zou uiteindelijk leiden tot de gebeurtenissen van de Altink I Affaire. Op maandagochtend zou de politie op de deur komen bonzen om Van L. te arresteren op verdenking van fraude en vervalsing.

Motivatie

Hoewel de motivatie voor de vermoedelijke vervalsingspraktijken van Van L. niet bekend is, aangezien hij zich altijd op zijn onschuld is blijven beroepen, kan deze in de regel één van twee dingen zijn. De twee voornaamste vormen van motivatie voor het maken van vervalsingen zijn geldelijk gewin en/of artistieke erkenning. Bij Van L. is het goed mogelijk dat zijn vervalsingspraktijken door beide vormen is gemotiveerd. Het bedrag dat Van L. heeft verdiend aan de vermoedelijke verkoop van de vervalsingen is – conservatief geschat – ruim 4 miljoen euro. Het is dus logisch dat Van L. is gemotiveerd door geldelijk gewin. Maar ook erkenning is waarschijnlijk een belangrijke bron van motivatie voor de vermoedelijke vervalsingspraktijken van Van L. Hij is namelijk niet alleen een groot bewonderaar van De Ploeg, maar ook van Nederlandse kunstvervalsers zoals Han van Meegeren en Geert Jan Jansen. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat Van L. opzoek is naar dezelfde erkenning als die De Ploeg kent. En indien dit niet lukt, dat hij op z’n minst wordt geplaatst in het rijtje van bekende Nederlandse vervalsers. Van L. is dus waarschijnlijk door zowel geldelijk gewin als erkenning gemotiveerd voor zijn vervalsingspraktijken.

DISCLAIMER: All rights reserved. All content (texts, trademarks, illustrations, photos, graphics, files etc.) on this website are protected by copyright and other protective laws. The contents of this website are to be used only in accordance with Internet regulations. Without the explicit written permission of the website’s controller it is prohibited to integrate in whole, or in part, any of the protected contents published on these websites into other programs or other web sites or to use them by any other means. This website can contain elements that are protected by copyright and by other laws that are subject to the copyright or other rights of third parties and that are correspondingly protected for these third parties.
The website’s controller has carefully compiled the contents of this website in accordance with their current state of knowledge. Access to and use of this website, as well as web sites related or connected to this by links, are at the user’s own risk and responsibility. Damage and warranty claims arising from missing or incorrect data are excluded. The website’s controller bears no responsibility or liability for damage of any kind, also for indirect or consequential damages resulting from access to or use of this website or websites related or connected to this by links. The website can contain links (cross references) to websites that are run by third parties. The website’s controller takes no responsibility for the content of these other websites.